Iedereen hoort bij een bloedgroep. De bloedgroep verschilt per persoon. Bijvoorbeeld bloedgroep:

• A
• nul 

Bloed factoren worden ook wel antigenen genoemd. Antigenen zijn lichaamsvreemde stoffen.Antigenen maken antistoffen aan die je lichaam  beschermen. 2 bekenste bloedfactor:  

• bloedfactor A
• bloedfactor B

bloedgroep A: Sommige mensen hebben dan bloedfactor A en antistoffen in het bloedplasma zijn anti-B. Dit komt met een percentage van 43% in Nederland voor. 

Bloedgroep B: Andere mensen hebben bloedfactor B en de antistoffen in het bloedplasma zijn anti-A. Dit komt minder voor in Nederland, namelijk, maar met 9%.

Bloedgroep AB: Er zijn ook mensen die beide factoren in het bloed hebben zitten, namelijk bloedgroep AB. Zij hebben dan ook geen antistoffen A of B  in hun bloedplasma. Dit komt zelden maar met 3% voor in Nederland. 

Bloedgroep O: Tenslotte zijn er ook mensen die helemaal niks van beide bloedfactoren in hun bloed hebben zitten. Ze noemen dit ook wel bloedgroep O. De O staat voor een nul. Deze mensen hebben dan ook als antistoffen anti-A en anti-B in hun bloedplasma. Met 45% is dit in Nederland de meest voorkomen de bloedgroep.